Ik ga op reis en ik neem mee ... 10 reisverhaaltips

De zomer betekent niet alleen reizen, maar voor veel mensen ook erover schrijven. Of het nu naar Blankenberge of Bombay is, met deze 10 tips kan je de stap van verplaatsing naar vertelling in schoonheid maken.

 

1. Wees voorbereid

Lees, lees en lees reisliteratuur. Veel lezen maakt van jou een betere schrijver. Denk ook aan handboeken voor het schrijven van reisverhalen, zoals ‘Reisverhalen schrijven’ van Jan Donkers en ‘Lonely Planet’s Guide to Travel Writing’ van Don George. Enkele reisverhalen die je zeker inspireren: ‘Ik = cartograaf’ van Jeroen Theunissen, ‘Wie (niet) reist, is gek’ van Ap Dijksterhuis en ‘Wandelen’ van Frédéric Gros.

 

2. Begin sterk

Trek in het begin van je verhaal meteen de aandacht. Er zijn veel manieren om te beginnen, maar straffe reisverhalen openen doorgaans met een korte anekdote die het hart en de ziel van de reis introduceert. Presenteer dus een kort verhaaltje dat de algemene sfeer, de toon en het doel van jouw ervaringen op die plek overbrengt. Let erop dat de overkoepelende boodschap van je verhaal in je begin geïntegreerd zit. Zoals bij elk goed geschreven stuk geldt ook hier: hoe beter de lezer begrijpt waar je naartoe wilt, hoe vlotter de tocht zal zijn.

 

3. Zorg voor een rode draad

De beste reisverhalen bevatten meestal een narratieve rode draad die doorheen het hele stuk loopt en lezers op die manier gemakkelijk meeneemt, van begin via midden tot einde. Als je zelf de mogelijkheid ziet om zo’n leidraad door je verhaal te weven, twijfel dan niet. Probeer het echter niet koste wat kost te forceren, anders riskeer je een verhaal te creëren dat onnatuurlijk aanvoelt en allesbehalve vlot leest.

 

4. Show, don’t tell

Simpelweg vertellen wat je meemaakt, leidt slechts zelden tot een boeiend verhaal. “Show, don’t tell” of “tonen, niet vertellen” is het schrijfadvies bij uitstek in alle omstandigheden, maar bij reisverhalen is het een gouden regel. Je valt immers snel ten prooi aan het eenvoudigweg vertellen over plaatsen en dagelijkse gebeurtenissen. Enkele tips om te tonen in plaats van te vertellen.

a. Gebruik dialogen: hoewel meestal enkel geassocieerd met romans en kortverhalen, werkt dialoog uitstekend in reisverhalen. Niet alleen geeft het de lezer het gevoel dat die er zelf bijstaat, maar interacties tussen toeristen en locals zijn een interessant (en soms zelfs grappig) hoogtepunt van vele reisverhalen. Dialogen doen trouwens meer dan louter informatie onthullen, ze werpen ook licht op elementen zoals personages en stemming.

b. Schrijf zintuiglijk. Kies voor taal die geuren, klanken, geluiden beschrijft, zodat ook de lezers zintuigen geprikkeld worden. Vermeld bijvoorbeeld je van zweet doordrenkte hemd tijdens een busrit, in plaats van te schrijven: 'Het is 45 graden.’

c. Wees specifiek en concreet. Vermijd abstracte en algemene taal; die zorgt alleen maar voor vaagheid in de boodschap die je wil uitdragen. Specifieke en concrete woorden, die verwijzen naar voorwerpen en gebeurtenissen, maken je boodschap helder en verstaanbaar.

d. Schrijf beschrijvend. Wees je bewust van je woordkeuze en ga voor gedetailleerde beschrijvingen om een realistisch beeld te schetsen van locaties en gebeurtenissen.

 

5. Maak het persoonlijk

Wanneer je reisverhalen schrijft, ben je meestal je eigen avonturen aan het beschrijven, jouw ervaringen in een vreemd land. Het is een getuigenis in de eerste persoon, dus is het nutteloos om in de tweede of derde persoon te schrijven. Natuurlijk wil je feiten en beschrijvingen doorheen je verhaal weven om noodzakelijke informatie in te vullen, maar het hart van het verhaal zijn je persoonlijke ervaringen, gevoelens en observaties. Zoek uit wat jou prikkelde of inspireerde, welk detail precies, en breng dat vervolgens over op je lezers. Hou bovendien in gedachten dat over de meeste plaatsen die je beschrijft al eerder geschreven is. De uitdaging voor jou bestaat erin om toch iets nieuws en origineels te vertellen.

 

6. Ga voor evenwicht

Een goed reisverhaal mixt je eigen persoonlijke observaties, beschrijvingen en commentaar met praktische informatie die nuttig is voor je lezer. De precieze balans is afhankelijk van waarvoor je stuk bestemd is, maar slechts zelden dient een goed reisverhaal meer feiten dan beschrijving te bevatten. 2/3 of zelfs 3/4 kleurrijke beschrijvingen tegenover 1/3 of 1/4 feiten vormt een handige richtlijn om van te vertrekken.

 

7. Integreer humor

Reisverhalen dienen over het algemeen een lichte, levendige toon aan te houden. Reizen, het proces waarbij je het vertrouwde verlaat en het vreemde en onvertrouwde binnenstapt, is vaak rijk aan grappige gebeurtenissen. Verwerk die komische kant in je schrijfwerk en wees niet bang om je lezers te laten lachen. Ook vergissingen en ongelukken die je hebt begaan, zijn vaak waardevol om over te lezen, vooral als ze een komisch element bevatten.

 

8. Geef de lokale bevolking een stem

Net zoals nieuwsberichten vaak kleurrijke en memorabele citaten gebruiken, is het een goed idee om in jouw reisverhaal hetzelfde te doen met citaten van de lokale bevolking. Zo geef je je lezers een idee van de mensen die ze ter plaatse zullen ontmoeten. Als je de geciteerde personen bovendien als levensechte mensen schetst, maakt dat de boodschap alleen maar geloofwaardiger en herkenbaarder. Let er wel op dat je citaten een hoger doel dienen, bij voorkeur om onuitgesproken vragen in het hoofd van de lezer te beantwoorden. Citaten bevorderen niet alleen de leesbaarheid van je verhaal, ze geven je ook de kans om een momentopname en een goed sfeerbeeld van het volk en de cultuur te maken.

 

9. Schrijf in je eigen taal

Vermijd slang van het vreemde land in je eigen zinnen. Bekijk het als jargon: je komt misschien wel slim over, maar het enige wat je bereikt is dat je de lezer vervreemdt. Als je een kleurrijk lokaal dialect wilt gebruiken, verwerk het dan in een citaat. De enkele keren dat slang essentieel is voor de sfeer van het verhaal, mag je het gebruiken, zolang je er maar op let om het degelijk te introduceren, zodat de lezers het belang ervan begrijpen.

 

10. Dubbelcheck feiten

Zorg dat de feiten kloppen of je lezers haken af. Niet alleen komt het erg slecht over om foutieve informatie aan te bieden, het getuigt ook van een gebrek aan respect voor het land dat je bezocht en de mensen die je daar ontmoette. Met de huidige overdaad aan officiële informatiebronnen online, kan alleen luiheid nog gelden als een mogelijke reden om je feiten niet te dubbelchecken.

 

Gebaseerd op een artikel van Bram Michielsen, oorspronkelijk gepubliceerd in VERZIN in 2012.

 

Schreef je een reisverhaal en wil je feedback op je manuscript? Neem een kijkje bij manuscriptbeoordeling.

Of lees hoe je meer emotie in je tekst brengt.