Valerie Tack: "Opzoekwerk over de Ford Capri en het noodnummer in de 80s"

Duik dieper in de pieken en dalen van het schrijversvak! Op 25 februari kan je deelnemen aan de gratis online voorstelling ‘Desideratorium 1: Work in progress’ van Behoud de Begeerte waar je een blik achter de schermen krijgt in het huidige schrijfprocess van drie bedreven auteurs. Johan de Boose, Valerie Tack en Tommy Wieringa vertellen je in een interview met Anneleen Van Offel over hun ervaringen en het genot van schrijver zijn.

Je komt meer te weten over hun methode, hun aarzelingen en hun advies voor beginners in de schrijfpraktijk. De voorstelling is live te bekijken op donderdag 25 februari om 16 uur en zal daarna gratis online beschikbaar blijven op de website van Behoud de Begeerte

Wij doken in het archief en doken het interview met Valerie Tack op.  Zij debuteerde met 'Rauw en alsof' in het voorjaar van 2020. In gesprek met hoofdredacteur Dimitri Bontenakel vertelde ze over haar schrijfprocess en de verschijning van haar debuut tijdens de eerste lockdown.

-----------------------------------------------------------------------------

Debuteren als het land op slot gaat

'Rauw & alsof' is een opmerkelijk debuut, soms tragisch, vaak grappig, maar altijd verslavend ingenieus.” Niet mijn woorden, maar die van een doorgewinterde recensent. Valerie Tack brak dadelijk potten toen ze haar eerste roman aan de wereld voorstelde. Reden voor een gesprek met deze SchrijversAcademie-alumna.

_________________

"'Rauw & alsof' begint met een moord. Vogel, een jonge vrouw steekt de man dood met wie ze al een poos een relatie had." We volgen de vrouw terwijl ze haar sporen uitwist en dalen met elk hoofdstuk een trede dieper af in haar verleden. Dwars doorheen dit verhaal loopt een tweede verhaallijn: die van Vogels kindertijd. Niet zomaar, zo blijkt op het einde.


Een zorgvuldig gecomponeerde roman en dus geen evident boek om mee te debuteren. Hoe ben je te werk gegaan?

Bij aanvang stond vast dat ik met de moord zou beginnen. Ook het einde stond al op papier. Daarmee kon ik de eerste verhaallijn gaan uitschrijven. Toen die op papier stond, heb ik de structuur uitgetekend en er de flashbacks naar Vogels jeugd tussen geweven. Dat proces verliep vrij organisch.


Je doorliep de SchrijversAcademie. Toch is Rauw & alsof niet je eindwerk.

Het manuscript was naar mijn mening niet af. De jury vond het beloftevol en twee uitgeverijen toonden belangstelling, maar het verhaal was niet hetgeen waarmee ik naar buiten wilde komen. Ik behield het hoofdpersonage en de idee van haar vreemde thuissituatie en begon weer van voor af aan. Dat wil niet zeggen dat ik spijt heb van mijn Academiejaren. De – vaak diepgaande – feedback van mijn medestudenten werkte inspirerend. Bovendien dwingen de wekelijkse lessen je tot schrijfdiscipline.


Over discipline gesproken. Heb je een dagelijkse routine?

Die is erg wisselvallig. Soms begin ik ’s avonds pas te schrijven, soms sta ik ’s nachts op. Mijn beste momenten beleef ik zo rond vier à vijf uur ’s ochtends. Dat gebrek aan regelmaat heeft ook met mijn job te maken. Ik ben fulltime lerares Nederlands-Engels en dan schrijf je altijd in gestolen tijd. Voorlopig wil ik het ook niet anders. Ik sta veel te graag voor de klas. Mijn leerlingen – ik geef les aan het vijfde en zesde middelbaar – hebben ook lang niet geweten dat ik schreef. Pas toen het boek bijna in de rekken lang, ontdekte één van hen het op internet. Nu mogen ze natuurlijk mijn boek lezen, maar ik heb liever niet dat ze er vragen over stellen of het bespreken in hun leesportfolio – voor mijn leerlingen wil ik in de eerste plaats Valerie-de-lerares zijn, niet Valerie-de-boekenschrijfster.


Het thema dat we in dit nummer behandelen, is de (vrees voor) de toenemende ontlezing bij de jeugd. Hoe ervaar jij dat op school?

Mijn leerlingen delen hun vrijetijd anders in dan wij vroeger deden. Ze hebben vaak een bijbaantje, ook op weekdagen, en zullen eerder een film of serie bekijken dan een boek vastnemen. Ze lijken zich ook moeilijker op een roman te kunnen concentreren. Ik probeer daaraan tegemoet te komen door maatwerk te leveren en voor elke individuele leerling het geschikte boek te vinden. Kortverhalen boeien hen daarbij eerder dan een roman, misschien omdat een kortverhaal een kortere, zij het intensere aandachtsspanne vergt. Ook een project rond non-fictie bleek een succes. De leerlingen droegen boeken aan die in het verlengde van hun toekomstige studiekeuzes lagen.


Wist je als kind dat je ooit een roman zou publiceren?

Het schrijven heeft er altijd in gezeten. Als kind schreef ik kleine verhalen en won ik al eens een opstelwedstrijd van het Davidsfonds. Bovendien heb ik mijn hele leven veel gelezen. Als tiener of twintiger voelde ik nooit de behoefte om me in een schrijfkamer af te zonderen en aan een roman te werken. Er moest gelééfd worden, uitgegaan met vrienden. Dat veranderde toen ik elke zaterdag naar Antwerpen begon te pendelen voor de SchrijversAcademie en me bij een schrijfgroep aansloot. We noemden ons To Kill a Mocking Word en lazen op café voor aan een publiek. Het leverde me goeie commentaren op die me aan het denken zetten. Toen ik dan ook nog eens ging samenwonen met een schrijver (Joost Devriesere, auteur van Pest , red.), was ik vertrokken. Joost is mijn eerste proeflezer. Telkens als ik een hoofdstuk van Rauw & alsof voltooid had, gaf ik het aan hem te lezen. Ik maakte me wel telkens uit te voeten zodat ik de grimassen op zijn gezicht niet zag terwijl hij proeflas – Joost heeft een vrij expressief gelaat, weet je.


Heb je – naast Joost – nog andere literaire helden?

Stijn Streuvels is een groot voorbeeld. De weemoedige manier waarop hij zijn tragische personages beschrijft, is onovertroffen. Streuvels heeft weinig nodig om veel te zeggen, en dat wil ik ook kunnen. Verder Louis Paul Boon in zijn beginperiode – ik denk dan aan Abel Gholaerts. Of hedendaagse schrijvers als Jenny Offil, Daisy Johnson, Christophe Vekeman en Jan Vantoortelboom.


Je boek lag net in de rekken toen de COVID-19-crisis losbarstte …

De boekpresentatie had op 13 maart moeten plaatsvinden. 150 gasten hadden zich aangemeld. Toen ging het land op slot. De boekvoorstelling werd geschrapt, boekhandels gingen dicht. Ik had gehoopt onder een beter gesternte te kunnen debuteren. Gelukkig toonde de pers belangstelling en ontving ik mooie lezersreacties. Verder probeer ik mijn boek online wat onder de aandacht te brengen en volgt er vast en zeker nog een afterparty zodra we het coronaspook bezworen hebben.


En intussen, nadenken over een volgende roman?

De structuur van de opvolger zit uitgetekend in mijn hoofd. Gisteren heb ik de eerste vijf zinnen neergeschreven. Het tweede boek zal een pak meer research vergen. Voor 'Rauw & alsof' bleef dat beperkt tot wat opzoekwerk over de Ford Capri, en welk noodnummer je in de jaren tachtig moest bellen als je een ambulance nodig had. Dit keer ga ik de archieven moeten induiken. Ik zie het helemaal zitten.

Interview met Valerie Tack door Dimitri Bontenakel
VERZIN, zomer 2020.
Foto: ©Joost Devriesere

------------------------------------------------------------------------------

Benieuwd naar het volgende project van Valerie Tack? Mis dan het ‘Desideratorium 1: Work in progress’ van Behoud de Begeerte op donderdag 25 februari, online, niet. Daar vertelt zij samen met auteurs Tommy Wieringa en Johan de Boose over het schrijverschap. 

De voorstelling vindt online plaats en is gratis te volgen.