Aan wie vraag ik feedback?

Met je eerste teksten naar buiten komen en feedback durven vragen is niet voor iedereen evident. Maar goede feedback kan je echt verder op weg helpen. Wie laat je jouw tekst beoordelen en wat doe je al dan niet met die kritische commentaar? In 2018 besprak Hanne Vandenbrouck voor VERZIN de meest gestelde vragen. 

 

De roze bril van je moeder

Eind 2016 wijdden we in VERZIN een dossier aan feedback omdat het geen onbelangrijk deel is van het schrijfproces. In dit artikel komen we er nog even op terug om een specifieke vraag te beantwoorden: kan ik in mijn omgeving vragen om proeflezer te zijn en hoe ga ik om met hun feedback? Neem ik elke opmerking serieus of mag ik de suggesties van mijn (overijverige) buurman links laten liggen? 

Voor de eerste vraag kijken we naar de verschillende kanalen waar je als auteur feedback kunt vragen. Er zijn de professionele kanalen, zoals workshops, cursussen, freelancers enzovoort. Er zijn tussenvormen zoals schrijversgroepen en -fora en er is je eigen netwerk. Dat laatste kanaal moet volgens Dimitri Bontenakel, auteur en jurylid aan de SchrijversAcademie, zeker niet onderdoen voor de professionele kanalen. Wel is het een kwestie van verder kijken dan je directe kring en soms je stoute schoenen aantrekken. Je moeder zal je werk misschien de hemel in prijzen en die aanmoediging kan fijn zijn, maar het is veel nuttiger om mensen aan te spreken die uit verschillende invalshoeken naar jouw werk kijken. Een leraar kijkt naar taalfouten, een professional binnen het onderwerp kan de technische kant evalueren en een fervent boekenlezer geeft feedback over de verhaalstructuur. Wel is het belangrijk om goed je verwachtingen te communiceren en afspraken te maken. 

 

Afspraken

Meelezers zijn vaak vrienden of kennissen die jouw manuscript wel even in hun vrije tijd zullen lezen. Je durft hen niet lastig te vallen met vragenlijsten of deadlines. Maar dan gebeurt het dat je je manuscript vijf maanden later terugkrijgt met elke zin herschreven. Het is dus wel degelijk belangrijk om de wederzijdse verwachtingen af te stemmen: communiceer wat voor feedback je graag zou krijgen, hoeveel, wanneer en plan een overlegmoment in. Geef eventueel een paar concrete vragen mee voor tijdens het lezen of stel voor jezelf vragen op die je achteraf nog wilt stellen. Zo haal je zoveel mogelijk uit de feedback en levert de meelezer waardevol werk.

Auteur Bert Moerman stapte zo voor zijn debuutroman naar een oude schoolkameraad die hij al tien jaar amper gesproken had. Niet evident, maar hij wist dat die jongen van toen een streng, maar rechtvaardig oordeel zou vellen. En inderdaad, hij kreeg een manuscript vol post-its en opmerkingen terug, maar ook met positieve feedback en interessante invalshoeken die hij uitgebreid belichtte tijdens een overlegmoment.

 

Waarderen of negeren?

De tweede vraag – hoe ga ik om met hun feedback? – is wat complexer en een gezonde dosis introspectie en openheid kan daarbij helpen. Maar algemeen geldt: feedback meteen hoogmoedig overboord gooien is niet goed, maar je erdoor laten verlammen evenmin. Bontenakel vertelt hoe het als student in de SchrijversAcademie opviel hoe het steeds weer de studenten waren die niet met feedback konden omgaan, die na verloop van tijd afvielen. We weten allemaal dat feedback krijgen niet altijd gemakkelijk is, maar het is cruciaal om die niet persoonlijk op te nemen. Je moet het zien als een instrument om een betere tekst te krijgen en met feedback leren omgaan is een van de belangrijkste dingen die je als auteur moet leren. Bovendien heb je vaak al een idee van je eigen werkpunten. Als je die eerlijk durft toe te geven, kun je gemakkelijker de hulp die feedback eigenlijk is, aanvaarden.

 

Feedback vragen is feedback ontvangen

Als je feedback ontvangt, zijn er twee belangrijke aspecten: je houding en wat je ermee doet. Je houding is cruciaal, niet alleen voor je meelezers maar ook voor jezelf en je tekst. Wie feedback vraagt, moet ook openstaan voor kritiek en dankbaar zijn voor de moeite die de ander erin gestoken heeft. Of je het eens bent met de feedback, is op dat moment nog niet belangrijk. Als je je verwachtingen goed gecommuniceerd hebt, sta je op het punt om te krijgen waar je om gevraagd hebt en doe je er goed aan om je even te herinneren waarom je die persoon gekozen hebt en waarom je vertrouwen hebt in zijn/haar oordeel. Maar durf ook zelfzeker te zijn. Eén opmerking maakt geen slechte tekst en durf ook positieve feedback te aanvaarden. Ga echter niet in discussie en probeer je keuzes niet te verantwoorden tegenover de meelezer: luister naar de feedback, laat die rustig doorsijpelen en bekijk later wat je ermee wilt doen.

 

En dan, aanpassen?

Feedback krijgen en aanvaarden betekent zeker niet dat je alles zomaar moet overnemen. Een meelezer geeft feedback op basis van zijn persoonlijke ervaring toen hij het werk las. Een goede strategie is dus om de feedback van de verschillende meelezers tegelijk te overlopen zodat je patronen kunt ontdekken. Zo merk je al snel met welke stukken meerdere lezers last hebben en welke persoonlijke meningen zijn. Dat kan helpen bij het beoordelen van de opmerkingen en het kiezen van je aanpassingen. Want dat mag wel degelijk. Het is jouw boek waar jouw naam op komt te staan. Je hebt de kwaliteit en de stijl zelf in de hand. Neem dus nooit klakkeloos zinnen over en gebruik tips of voorstellen als een aandachtspunt, maar ga er dan zelf mee aan de slag. Als je dat zelf wenst en je meelezer staat ervoor open, kun je wel passages terugsturen na de aanpassing om te vragen of je de feedback goed begrepen hebt. Maar ook hier geldt: de eindbeslissing ligt bij jou, de auteur.

 

Zelf feedback geven?

  • Aanvaard en respecteer de persoonlijke stijl van de auteur
  • Stem verwachtingen af
  • Wees eerlijk, maar constructief
  • Vermeld ook positieve dingen
  • Observeer en benoem zonder oordeel

 


Door Hanne Vandenbroeck. Oorspronkelijk gepubliceerd in VERZIN in 2018.